Partij van het Algemeen Nut
Verkiezingsprogramma

Partij van het Algemeen Nut

Ondernemerschap en opbrengend vermogen voor de gemeente.

Veel gemeenten stonden er voor de uitbraak van de corona pandemie financieel al niet goed voor. Daar komen de gevolgen van de coronacrisis nu nog eens bovenop. Met name de tekorten in het sociaal domein, vanwege het decentraliseren van zorgtaken van het Rijk naar gemeenten, hebben ertoe geleid dat veel gemeenten, ook de gemeente Heerlen, de afgelopen paar jaar flink hebben moeten bezuinigen.

De bevolkingsdaling door Krimp, de economische crisis van 2008, de veranderende Retailmarkt, de gemeentekas krijgt het bij gebrek en uitblijvend opbrengend vermogen steeds moeilijker en het potverteren houdt een keer op. Al voor de coronacrisis is er sprake van collectieve bezorgdheid, toenemende onrust en zelfs protesten van gemeenten en de roep om in actie te komen tegen de erosie van de gemeentebegroting die wordt veroorzaakt door bezuinigingen en de risico-overdracht van het Rijk naar gemeenten. Reserves zijn zo goed als leeg getrokken om niet in de rode cijfers te belanden.
Echter, gemeenten gelden, na het Rijk, als de meest kredietwaardige partijen in Nederland. Dit komt door het wettelijke vangnet zoals vastgelegd in Artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet, waardoor gemeenten in Nederland feitelijk niet failliet kunnen gaan. Deze sterke kredietwaardigheid maakt dat de tarieven en condities voor leningen aan gemeenten zeer gunstig zijn en door geldgevers geen extra zekerheden worden gevraagd of aanvullende voorwaarden worden gesteld. En dit biedt de overheid en een gemeente als Heerlen ook kansen.
Daarvoor is wel een verandering van denkwijze noodzakelijk. De samenleving en daarmee de omstandigheden veranderen in een immens tempo. Met de ondertekening in 1982 van het Akkoord van Wassenaar deed het marktgerichte en neoliberale beleid van de kabinetten Lubbers de intrede en werden de verzorgingsstaat rap afgebroken en moest de overheid steeds kleiner en efficiënter worden. De markt zou het gat wel opvullen. De kroonjuwelen van de verzorgingsstaat met name de nutsvoorziening voor energie en openbaar vervoer werden “op Marktplaats gezet”. De overheid diende zich terug te trekken uit het actieve economische leven met als resultaat dat de energiereuzen, geprivatiseerde vervoersbedrijven, de Q-Parks inmiddels bepalen wat de burger aan prijzen betaalt.

Noodzakelijke transities zijn altijd door de overheid gedaan en gefinancierd, nooit door de markt. In deze tijd van energietransitie veranderd ook de rol van de overheid. Door weer terug te gaan naar de overheid als energieleverancier en energieproducent, zoals in het verleden met de nutsbedrijven (PLEM en Limagas),
kan de gemeente of kunnen samenwerkende gemeenten de daarmee verdiende miljoenen besteden t.b.v. het algemene belang. Dat vereist ook een proactieve en ontwikkelende rol, naast die van de beherende en controlerende rol. Het vereist ook ondernemingszin en de bereidheid en lef om experimenten aan te durven, een grotere rol van de overheid en weg van het marktdenken.

Deel dit