Geachte voorzitter, college, mede raadsleden, toehoorders op de tribune en via de livestream.
Het coalitieakkoord draagt de titel “Uit liefde voor onze stad.” De eensgezindheid die deze titel uitspreek hebben we dit jaar als volledige raad hebben laten zien in het Ziekenhuisdossier. Dat geeft mij en de PvdA een trots gevoel.
Niet alleen binnen deze raad heeft Dhr. Jongen heeft iets bereikt dat zelden of nooit vertoond is. Hij heeft bereikt dat we als regio palstaan tegen een eventuele afbouw van het ziekenhuis. Deze eensgezindheid hebben we ook naar de Tweede Kamer kunnen uitdragen wat geresulteerd heeft in aangenomen moties die ons in onze “strijd” steunen. Wat volgens de PvdA, ons nog wel eens parten speelt is dat we niet altijd een vuist kunnen maken omdat we nog steeds uit zeven losse gemeenten bestaan. We kunnen onvoldoende gebruik maken van de getalsmatige kracht van het aantal inwoners. Dat zie je b.v. ook terug in de aanpak van uit het Nationaal Programma Heerlen Noord. In de optiek van de PvdA is deze focus, gebiedsmatig, te smal en zou het een Parkstad-breed programma moeten zijn. Of op zijn minst de vier stedelijke gemeenten met 200.000 inwoners waar de opeenhoping van problemen het grootst en van nationale orde zijn. En met voldoende middelen i.p.v. de huidige zoethoudertjes. Het is niet uit te leggen dat Rotterdam-Zuid met evenveel inwoners dat allemaal wel heeft. We weten niet wat de komende verkiezingen gaan brengen, maar nieuwe ronde nieuw kansen zeg ik dan maar.
Hoe dan ook. Het trotse gevoel dat wij krijgen door de samenwerking in de raad wordt een aantal weken later weer volledig de grond in geboord door de handelswijze van collega raadsleden in een ander dossier. Ik heb in deze raadszaal geleerd dat als er zaken onder de rechter zijn we daar geen uitspraken over doen. Dat doe ik dan ook maar niet.
Ik wil het verder in mijn bijdrage hebben over het Gezond en Aktief Leven Akkoord (gala) en Integraal Zorg Akkoord (iza), verzuim en verzuimbeleid, WMO en nog een aantal kleinere onderwerpen.
Het GALA/IZA is een van de grote transformatie mogelijkheden binnen gemeenten met als doel: “gezondere inwoners in 2040”. Het GALA is de uitwerking van het IZA. Binnen het IZA zijn afspraken gemaakt over een duurzaam preventief gezondheidsbeleid.
In de begroting is daarom ook aandacht voor deze onderwerpen omdat ze “een stevige” impact hebben op het gemeentelijk beleid zeker ook omdat ze domein overstijgend zijn. Dat is wat ons betreft ook logisch omdat gezondheid te maken heeft met alle portefeuilles.
Waar staan we als gemeente in de het maken van het regiobeeld. Als fractie hebben we begrepen dat dit onder de verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraars is gemaakt. We gaan ervan uit dat dit in samenwerking met de gemeente is gebeurd. Kan het college ons informeren over het regiobeeld?
Op pagina 109 is beschreven dat er een plan van aanpak is gemaakt voor de jaren 2024 t/m 2026. Nu hebben we als PvdA dat naar alle waarschijnlijkheid gemist maar wanneer heeft u dit aan de raad voor gelegd ter informatie of misschien ter besluitvorming?
Kunt u een toelichting geven op welke wijze de GGD (als proces regisseur) het beleid van de gemeente gaat beïnvloeden. (pag 205)
Als raad en hebben we een afspraak met het college gemaakt dat het verzuim onder 5% zou gaan blijven. Wat gaan we doen als we dit getal niet halen. Gaat het college dan een hacka doen of iets dergelijks. Nu weten we ook dat verzuim, zeker langdurig verzuim moeilijk te sturen is. Het verzuim percentage van 2022 was 7.53%. Dat is nog ruim boven de afgesproken 5%. Het gemiddelde verzuim landelijk voor gemeenten lag voor 2022 op 6,7%.
Waar we als fractie wel benieuwd naar zijn liggen we op koers mbt het halen van de norm (voor dit jaar) of lopen we uit de pas. Als de 5% niet reëel is moeten we dan niet naar een ander percentage dat misschien wel haalbaar is voor de organisatie. Kan er tevens een toelichting komen op de verzuimfrequentie en het percentage 0 verzuim.
Voorzitter als fractie maken we ons zorgen over de uitvoering van de WMO. Zo kennen we voorbeelden van inwoners van Heerlen waar het bijna 12 maanden duurt voor dat een voorziening die niet meer nodig is opgehaald wordt. De gemeente betaald wel elke maand keurig de huurprijs van +/- € 350,–. Dat lijkt de PvdA niet de bedoeling dat we zo met voorzieningen omgaan. Kan het college inzichtelijk maken hoeveel ongebruikte voorzieningen bij inwoners thuis staan, die nog opgehaald moeten en wat dat per maand gemiddeld kost.
Op pagina 84 schrijft u dat de kosten voor wmo-voorzieningen steeds oplopen omdat het een open-einde regeling is. Als verklaring geeft u aan dat dit het gevolg is van de aanzuigende werking van het abonnementstarief. De tekst verondersteld dat deze mensen geen recht zouden hebben op een wmo-voorziening. Ik noem ze voor het gemak “niet reële klanten” Kunt u onderscheid maken tussen het aantal reële klanten en “niet reële klanten” in getalsmatige zin? Kunt u aangeven om wel bedrag het dan per jaar gaat dat we uitgeven aan wmo voorzieningen met graag een uitsplitsing tussen de huishoudelijk hulp en de “materialen”.
Wij hebben begrepen dat we de voorzieningen huren bij Medipoint. Hierbij ontstaat vlgs de PvdA het risico dat wij meer betalen dan de economische waarde van de voorziening.
Klopt deze aanname, en is de gebruikte werkwijze de beste voor Heerlen?
Binnen het sociaal domein organiseren we de WMO beschermd wonen (vanaf 2023) en de WMO-begeleiding (beoogd vanaf 2024) via een subsidietender. Wij financieren dit via een lumpsum bijdrage. Wij zien erop toe dat we binnen de subsidievoorwaarden blijven en daarmee fiscale gevolgen voorkomen. Kan er een toelichting komen op het financiële risico dat we lopen als het niet lukt om ons aan de subsidievoorwaarden te houden.
Ik heb nog een tweetal korte vragen mbt het WMO beleid:
- Kan inwoner van Heerlen zijn eigen dossier inzien en eventueel corrigeren als er foutieve informatie instaat?
- Hoeveel WMO procedures heeft de gemeente dit jaar gevoerd en hoeveel heeft dat bespaard?
We hebben als PvdA vorig jaar een motie ingediend met betrekking tot acquisitiebeleid. Hierop heeft het college een antwoord gegeven op 11-07-2023 middels een raadsinformatiebrief. In het antwoord heeft u het over een plan van aanpak m.b.t. nieuwe bedrijven met een aantal fte’s boven de 350 medewerkers. In bijlage uitgangspunten integrale aanpak arbeidsmigranten (vastgesteld in de raad van 28-06-2023) is vastgelegd dat de effect rapportage wordt opgemaakt bij de komst van een werkgever met meer dan 250 fte’s. Kan het college helderheid verschaffen wat nu het juiste getal is. Als dat 250 is kan het college een toelichting geven waarom er in raadsinformatiebrief iets anders staat.
Afrondend voorzitter hebben we nog een vraag over de toename van de rentelast kortlopende schulden. Als fractie maken we ons daar zorgen over. In 2023 betalen we +/- 4.5 miljoen euro en in 2024 betalen we verwacht 7,1 miljoen euro. Dat is een verhoging een kleine 3 miljoen euro. Dat is geld daar hadden we als gemeente veel andere noodzakelijke dingen mee kunnen doen. Hoe gaat het college er op sturen dat dit in de komende jaren niet steeds verder oploopt?
Henk Verreck
Fractievoorzitter PvdA.