Jacques de Kadt (1897-1988) was van 1948 tot 1963 Tweede Kamerlid voor de PvdA. Daarvoor was hij lid van de Communistische Partij Holland waarbij hij zich tot een fel tegenstander van het Stalinisme ontwikkelde. Het Duitse totalitarisme bestreed hij in 1939 met de publicatie van het tot op de dag van vandaag actuele boek ‘Het fascisme en de nieuwe vrijheid’. Die zogenaamde vrijheid van de fascisten en nationaalsocialisten was de voorbode voor oorlog en knechting, voorspelde hij. Net als de val van Hitler en de duur van de oorlog van vijf jaar. In 2004 richtte Wilders zijn eenmanspartij op onder het vaandel van hetzelfde woord vrijheid. In 2005 volgde zijn tot op de dag van vandaag schokkende manifest ‘Kies voor vrijheid’ (inclusief Onafhankelijkheidsverklaring). Een waaier van demoniseringen en gepredikte uitsluitingen van andersdenkenden en anderszijnden (inclusief herinvoering van tuchthuizen voor “leerlingen die de boel verzieken”, p. 120). De Kadt zal zich als een ventilator in zijn eigen graf keren.
“Er is nu een politieke beweging aan het groeien die voortdurend boos is en de boosheid en agressie in de samenleving aanwakkert! Zij zijn niet in echte oplossingen geïnteresseerd, want ze hebben de misstanden nodig om te kunnen blijven schelden. Dat is ook het enige waar ze echt verstand van hebben: schelden en haten. Ze hebben geen enkel positief idee, het enige wat ze willen is het uitleven van het ressentiment. Ook opvallend: ze haten intellectuelen, ze haten kunstenaars, ze haten cultuur, ze haten alles wat niet net zo gewoon is als zij zijn. Niet opvallend, volstrekt logisch, is dat de leider een populist is die alles vertelt wat de massa wil horen en waarmee hij de massa voor zijn eigen belangen kan mobiliseren.” Het zijn de woorden uit 1937 van de Nederlandse schrijver Menno ter Braak. Ter Braak pleegde na de Duitse inval zelfmoord. Anno 2024 zijn ze nog steeds profetisch, die woorden.
Want dat is precies wat we Wilders sinds 2004 zien doen: schelden, haten, ressentiment, maar vooral herhalen, herhalen, herhalen. Hij is al 20 jaar op die manier onze nationale zuurstok. Jan Kuitenbrouwer (’De woorden van Wilders & hoe ze werken’, 2010) ploos het allemaal al een keer uit. Hij analyseert hoe Wilders’ directheid en grove taalgebruik effectief blijken te zijn in de moderne politieke context, ondanks dat ze soms controversieel en polariserend zijn. Zijn bespreking omvat termen en uitdrukkingen die Wilders gebruikt, zoals ‘kopvoddentaks’ en ‘islamisering’, en vergelijkt deze met historische voorbeelden om de impact en de werking van zijn retoriek te illustreren. Maar het is vooral het “hameren en herhalen”, werkend als een anafoor (p. 54-59), die zo succesvol is en massaal in de retoriek van het Derde Rijk werd gebruikt. Kuitenbrouwer verzamelde van de anafoor-achtige retoriek van Wilders zelfs een beknopt lexicon voor zijn boekje (p. 82-122).
Dat lexicon van woorden en uitdrukkingen krijgt door de verkiezingswinst en door de steun van VVD en NSC de wind in de zeilen. Het gaat in deze circusvertoning de laatste weken terecht over de uitspraken van een heel zwikje PVV-discipelen. Die zich vooral concentreren op het woordje “omvolking”. In de tenenkrommende hoorzittingen in de Tweede Kamer ontkent niemand dit uit de nationaalsocialistische ideologie stammende woord te hebben gebruikt, niemand nam er ook maar een millimeter afstand van. Totdat de bekritiseerde beoogde minister Faber er wél gedecideerd afstand van nam. In overleg met Wilders, want er gebeurt niets zonder toestemming van de leider. Je mag en kunt er als bevragend kamerlid gewoon niet over zwijgen, maar het werkt dan ook als de genoemde anafoor. Als het maar vaak genoeg genoemd wordt, afstand nemen of niet, beklijft het vanzelf. Het normaliseert het woord “omvolking”.
Net zo goed als de halve verkiezingsfraude van “nareis, op nareis, op nareis” van Yesilgöz normaliseert. Nog zo’n anafoor die van een asielprobleem in Ter Apel en slechts honderd nareizigers een heuse asielcrisis maakte. Om vooral af te leiden van die 900.000 arbeidsmigranten waarvan juist de VVD en de BBB niet de focus op wilden leggen. Want ja, de asperges moet toch iemand plukken volgens Van der Plas. En de vierde of vijfde keer dat mijn eigen stoep voor glasvezel opengaat, dat moet toch ook iemand doen volgens de VVD. Deze keer door KPN via CEKA Telekom BV uit Zoetermeer. De mannen die dit zware werk verrichten spreken geen van allen Nederlands, behoudens wat gebrekkig door de voormannen. Waarom dit arbeidsmigranten zijn laat zich raden in de geprivatiseerde telecommarkt wetende dat uit de nieuwste CBS-cijfers blijkt dat (zoals in de afgelopen veertig jaar) de lonen alweer minder stijgen dan de winsten.
Zo sluiten de ultraconservatieve BBB en de neoliberale VVD een monsterbond met de PVV waarbij de anafoor een gevaarlijk instrument blijkt. De NSC staart zich intussen blind als een mol op de parlementaire vernieuwingen in de hoop dat ook rechtsstatelijkheid en democratie een anafoor worden. Wat zou Jacques de Kadt ervan gevonden hebben?